Je hebt een goedlopende BV.
Prachtig!
Maar je persoonlijke bankrekening zegt iets anders.
Uiteindelijk wil je van het vermogen privé een leuk leven hebben.
Dat kan niet als al je middelen vastzitten in de BV.
Een BV met vermogensobesitas zullen we maar zeggen.
Wenselijk?
Nee.
Maar hoe krijg je die euro’s op de juiste manier uit de BV, zonder een belastingdrama te veroorzaken?
Er zijn 3 manieren.
Loon, dividend en lenen.
Loon?
Voorkom te worden belast tegen het hoge tarief van 49,50%. Van iedere verdiende euro een halve naar Den Haag brengen is niet wenselijk. Dus moet het belastbaar inkomen onder de € 76.817 zijn.
Dividend?
Tot € 67.804, of € 135.608 met fiscaal partner, is de uitkering belast tegen 24,50%. Let op, over dit geld moet eerst vennootschapsbelasting betaald worden. Dus kijk voor de totale belastingdruk naar het gecombineerde tarief.
Lenen?
Tot € 500.000 mag dit belastingvrij (dat is niet rentevrij) van de eigen BV. Tot € 17.500 hoef je zelfs helemaal geen rente te rekenen over de schuld aan je BV.
Want wat heb je aan een winstgevend bedrijf als jij zelf niet kunt leven als een winstgevend mens?
Wat te doen in de praktijk?
Maak een plan waaruit blijkt wat jouw inkomensbehoefte voor het huidige/ komende jaar is. Bepaal op basis daar van op welke manier dit het meest gunstig uit de BV te halen is.
